10 november 2009

'0,10 mg is 10 keer zoveel als 0,1 mg', volgens verpleegkundige


Rekenen is al jarenlang het nationale zorgenkindje, maar gelukkig wordt er nu wat aan gedaan. Op de PABO moeten nieuwe studenten rekentoetsen afleggen, omdat anders geen van de onderwijzers (meestal onderwijzeressen) straks in groep 5 of hoger kan lesgeven. Op veel universiteiten gaat de eerste toets na binnenkomst van de studenten over rekenvaardigheden die ze al voor het einde van de basisschool hadden moeten beheersen. Iedereen blijkt het er nu over eens te zijn dat er wat moest gebeuren.

Maar nu dreigt weer een ander gevaar en zo is er altijd wat. Door alle goede bedoelingen ontstaat een wildgroei van cursussen en toetsen. Iedereen die iets met rekenen te maken heeft - en wie zijn dat niet -, heeft 'zijn verantwoordelijkheid genomen'. Natuurlijk moeten we blij zijn dat aan de jarenlange verloedering van het rekenonderwijs een halt wordt toegeroepen, maar het is zaak de schade op een goede manier te herstellen.

Net zoals studenten van PABO en universiteiten hun rekenvaardigheden in het eerste jaar van hun studie moeten opvijzelen, hoor je nu ook over de cursus verpleegkundig rekenen, zodat ook de verpleegkundige weer weet dat 0.10 mg poeder niet 10 keer zoveel is als 0.1 mg.

Maar ja, als je voor elke beroepsgroep eigen rekenonderwijs gaat ontwikkelen, dan is het hek van de dam. Dan kun je ook denken aan cursussen notarieel rekenen (hoeveel is 6% van 150000 euro om de overdrachtsbelasting uit te rekenen), juridisch rekenen (als een veroordeelde 2/3 van zijn straf hoeft uit te zitten, na hoeveel jaar komt hij dan op vrije voeten bij een straf van 6 jaar en 7 maanden), administratief rekenen (als de verkoopsprijs 112 euro is inclusief 19% BTW, hoe groot is dan het bedrag ex BTW), rekenen voor profvoetballers (hoeveel doelpunten moeten we minimaal maken om een 5-3 achterstand alsnog om te zetten in winst), rekenen voor hoeren (die maken het zich gemakkelijk: geen BTW op deze snee) enzovoort, enzovoort.

Zouden we niet veel beter af zijn met goed rekenonderwijs op de basisschool, zodat alle leerlingen op het voortgezet onderwijs weer weten hoe je met procenten kunt rekenen, breuken kunt optellen, en kunt uitrekenen hoeveel mg 30 dl water weegt? Als deze kennis op het voortgezet onderwijs wordt onderhouden en als er dan ook nog fatsoenlijk wiskunde-onderwijs wordt gegeven zonder grafische rekenmachine, dan is weer veel teruggewonnen.
Ondertussen moeten we het dan maar doen met al die cursusjes. Het is niet anders.

7 november 2009

Divers en Diversiteit


Het boekje Vaagtaal dat onlangs verscheen, is een groot succes. En dat is niet voor niets. Het bevat woorden en uitdrukkingen waar gewone Nederlanders koude rillingen van over de rug krijgen. Wat te zeggen van bijvoorbeeld 'mijn ding doen', 'dicht bij jezelf blijven', 'doorcommuniceren', iets 'handjes en voetjes geven' en 'ergens een plasje over doen'? Daar zou je zelf toch niet op komen?
Niet alleen het boekje is populair, er is ook nog een top tien opgesteld die in alle kranten royale aandacht trok. 

Heel plotseling is de belangstelling voor deze uitwassen van de Nederlandse taal niet. Het boekje van Paulien Cornelisse: 'Taal is zeg maar echt mijn ding', dat eerder dit jaar verscheen, vloog ook al de deur uit. En nu dus weer de grote belangstelling voor het boekje Vaagtaal.

Veel van die belachelijke uitdrukkingen wekten al lang ergernis op, niet alleen bij mij, maar zo nu blijkt ook bij vele anderen. Ze hebben gemeen dat ze eigenlijk zonder betekenis zijn, hoewel ze toch onmiddellijk door iedereen worden begrepen. Plotseling behoorden ze tot de nationale woordenschat. Bijna van de ene dag op de andere hoorde je mensen praten over 'mijn ding doen' en 'dat heb ik niet meegekregen' alsof het alledaagse uitdrukkingen zouden zijn.

Maar dat zijn ze niet, want dan had ik dat wel geweten. Ik lees elke dag kranten, luister zeer regelmatig naar de radio en kijk tv en had tot op een zeker moment nog nooit van zulke uitdrukkingen gehoord. Nooit eerder had ik iemand horen zeggen dat hij ergens 'eerst nog een plasje over moest doen'. En dan, opeens, zijn ze er en lijkt het wel of iedereen ze gebruikt. Voordat je er erg in had, waren ze ingeburgerd.

Sinds een week of twee zijn we getuige van de geboorte van een nieuwe ster aan het taalfirmament die de potentie heeft snel te stijgen en misschien wel door te dringen in de nationale top tien. Dit woord is naar horen zeggen ontstaan in de directiekamers van KPN dat heeft besloten voortaan elke vacante topfunctie aan een vrouw te geven. 
'En als er nu een betere man voor zo'n functie bestaat', werd onlangs bij Pauw & Witteman aan de voormalige minister van Volkshuisvesting Dekker voorgelegd die een pleitbezorgster van deze aanpak bleek, 'wat dan?' 
'Dan zoeken we net zo lang door tot we een vrouw hebben gevonden die beter is dan die man en dat lukt altijd', was haar lakonieke antwoord.

Tot dusver dagelijkse kost, maar de volgende dag gebeurde het. Plotseling hoorde je iemand praten over de diversiteit van de top van het bedrijfsleven, en later die dag nog een keer en steeds vaker hoorde je over divers en diversiteit in deze nieuwe betekenis. Wat voorheen steeds werd beschreven als een tekort aan vrouwen in de directiekamers, werd nu aangeduid als te weinig diversiteit. 'De top van KPN is te weinig divers!', 'Er moet in het bedrijfsleven meer diversiteit komen!'

Wordt met dit nieuwe modewoord nu ook bedoeld dat te weinig mannen de nationale openbare toiletten schoonmaken? Wordt er meer diversiteit gewenst in de kippenslachterijen? Moet tenminste vijf procent van de commissariaten worden bezet door homo's of lesbiennes? We weten het niet, want het woord diversiteit is net zo weinig zeggend als 'handjes en voetjes geven'. Maar zo'n nieuw woord klinkt wel zo doordacht, bijna wetenschappelijk, maar het is eigenlijk een nieuwe zak voor heel oude wijn.

Laatst heb ik een jongere vrouw gevraagd of zij in ons mannelijke squashclubje zou willen meespelen. 'We zijn zo weinig divers', lichtte ik haar toe, daarbij in het midden latend of ik doelde op het verschil tussen haar leeftijd en de gemiddelde leeftijd van mijn vrienden of dat zij als vrouw ons clubje zou moeten versterken. Dat kan gemakkelijk met zo'n nietszeggend woord. 
Divers blijft een bijzonder woord. Ik blijf bijvoorbeeld zitten met het volgende taalkundige probleem. Is het nu: 'diverse vis wordt op die verse manieren klaargemaakt', of is het: 'die verse vis wordt op diverse manieren in diverse kranten ingepakt' of is het: ... Ik weet het niet meer. 

Dat heb je met die nietszeggende uitdrukkingen.